Eetstoornissen in de danswereld, een eeuwenoud taboe

Dans is niet alleen een zeer esthetische en elegante sport, maar ook een zware fysieke sport. Terwijl het in andere sporten vaak draait rond de kracht van een atleet, ligt de focus in de danssport meer op de elegantie en het gewicht, voornamelijk het gewicht. Dunne en magere danseressen zitten in ons brein vastgeroest. Zwaarlijvige dansers of danseressen worden dan weer als ‘niet geschikt en ongepast’ afgeschreven. Deze mentaliteit leidt bij jonge dansers en danseressen vaak tot ongezonde eetpatronen met ernstige eetstoornissen tot gevolg. Wat als het niet meer draait rond plezier maken in het dansen, wat als de weegschaal je vijand wordt en gewicht je leven overneemt?

The thinner is the winner

Naar het idee ‘thin is going to win’ gaan dansers en danseressen al van kleins af aan op hun gewicht letten om toch maar te kunnen uitblinken. Jonge meisjes hebben zeker in de danswereld heel wat invloed op elkaar. Ze willen er allemaal op hun best uitzien en gaan daarvoor heel ver. Wanneer een individu dan zichtbaar mager staat, volgen de vriendinnen vaak”, vertelt Bente Respens. Bente zelf begon op haar vijftiende aan de dansschool MUDA in Evergem. Al vlug begon ze te worstelen met voeding en gewicht. De jonge danseres ontwikkelt een eetstoornis en gaat al snel zienderogen achteruit. Op een dag beslist een van haar vriendinnen aan de alarmbel te trekken en de mama van Bente in te lichten. Bente gaat binnen in crisisopname en begint aan een revalidatie van zes maanden. Nu helemaal genezen geeft Bente les aan jonge meisjes in Polydans Kortrijk.

Sporters zijn gedreven mensen en willen altijd het hoogst mogelijke behalen, en hebben daar veel voor over. Wat start als iets onschuldig, eindigt vaak in een hele dag obsessief met eten bezig zijn. Ook bij de psychologen en ervaringsdeskundigen zien ze de eetstoornissen alsmaar meer opduiken. “Dansers en danseressen zijn heel perfectionistisch waardoor ze vatbaarder zijn voor eetproblemen, en het mentale welzijn heel hard onder druk komt te staan. Ze zijn voortdurend bezig met het verbeteren van kleine details waardoor velen onder een hoop stress staan”, vertelt Agath Desmet, ervaringsdeskundige in eetstoornissen.

“Dansers en danseressen zijn heel perfectionistisch waardoor ze vatbaarder zijn voor eetproblemen, en het mentale welzijn heel hard onder druk komt te staan” – Agath Desmet, ervaringsdeskundige in eetstoornissen.

Volgens recent onderzoek van de afdeling psychologie en eetpathologieën aan de UGent kampt 1 op 5 personen in de danswereld met een eetstoornis. Hierbij komt nog eens kijken dat eetstoornissen tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Dit wil zeggen dat het probleem zich al vaak in een klein stadium begeeft waarbij jonge mensen in volle groei het slachtoffer zijn. Cijfers die niet tot de verbeelding spreken volgens Bente. “Nadat ik op mijn vijftiende startte in de dansschool in Evergem ging het snel bergafwaarts. Ik begaf me aan het begin van mijn puberteit waar mijn emoties al eens hoog konden oplaaien, mijn wisselvallig gedrag en afname van gewicht leidde tot een negatieve spiraal. In tijden dat ik moest genieten, ervaarde ik ernstige problemen.”

De gevolgen die jonge danseressen bij plotse gewichtsafname gaan ondervinden zijn dan ook niet niets: onregelmatige ongesteldheid, paniekaanvallen en destructief perfectionisme lijken dan allemaal onderdeel te zijn van ‘de danswereld’. Het probleem blijkt vooral een combinatie van factoren te zijn. “Sommige sporters proberen via hun voeding controle te krijgen over hun emoties en over de stress die bij de sport komt kijken”, zegt An Vandeputte, directrice van het kenniscentrum eetstoornissen. Het fysieke en de vaak hoge verwachtingen/druk die worden opgelegd door de omgeving maken de sport keihard.

Taboe doorbreken

“Ik denk dat mensen die lijden aan een eetstoornis vaak niet weten hoe diep ze precies zitten of hoe hard ze eigenlijk hulp nodig hebben” – Bente Respens, danslerares Polydans Kortrijk.

In België zijn verschillende meldpunten voor dansers en danseressen die abnormaal gedrag vertonen in voeding en gewicht. Zo staan een hoop psychologen en sportdiëtisten vrij ter beschikking. Op de website van Sport Vlaanderen staan ook tal van hulpelementen waarbij zowel de atleet als de coach terecht kan. Maar ondanks al dit en de vele sportdiëtisten die als paddenstoelen uit de grond schieten, wordt meer dan de helft van de dansers die te maken krijgt met een eetstoornis niet geholpen, hoe komt dat?  “Ik denk dat mensen die lijden aan een eetstoornis vaak niet weten hoe diep ze precies zitten of hoe hard ze eigenlijk hulp nodig hebben, vertelt Bente R.

Psychologen zien dat herkenning van het probleem en het effectief zoeken en vinden van hulp grote stappen zijn en veel moed vragen van de betrokkene zelf. Ook is er nog dat ander groot probleem dat psychologen en ervaringsdeskundigen zien, en dat is het taboe dat hangt rond eetstoornissen in de danswereld. Mensen durven vaak niet over hun problemen praten en al zeker niet als het over de weegschaal gaat. “In de danswereld en alle esthetische sporten speelt gewicht een zeer grote rol. Dansers die met een eetstoornis kampen durven weinig hulp zoeken omdat mensen nog te vaak een eetstoornis zien als een keuze en niet als een echte ziekte”, vertelt Agath Desmet, ervaringsdeskundige in eetstoornissen.

“Mensen zien een eetstoornis nog te vaak als een keuze en niet als een echte ziekte” – Agath Desmet, ervaringsdeskundige in eetstoornissen.

Desmet pleit daarom voor een aanspreekpersoon binnen de clubs. Deze aanspreekpersoon is geen vriend maar is ook geen coach. “Coaches zijn niet altijd begaan met het fysieke en het mentale welzijn van de dansers en danseressen, dus is het moeilijk wanneer de coach je enige aanspreekpunt is binnen de club. Deze aanspreekpersoon heeft de juiste kennis en biedt een luisterend oor”, aldus Desmet. Zo hoopt de ervaringsdeskundige het taboe dat hangt rond eetstoornissen in de danswereld meer en meer te doorbreken.   

Bij danssport Vlaanderen zijn ze ook hoopvol en zien ze de laatste jaren toch wel verbeteringen rond het taboe. “Door de veranderende tijdsgeest zien we dat dit taboe meer en meer bespreekbaar wordt gemaakt. De vele bekentenissen door ex-atleten en de actuele tv-programma’s geven de nodige moed aan jonge dansers en danseressen om uit de schaduw te treden en hulp te zoeken omtrent hun eetstoornis”, aldus Jacobs van danssport Vlaanderen.

Preventie

Uit het verleden blijkt dat de meeste dansers die naar buiten komen met hun verhaal over eetproblemen dit meestal doen na hun carrière. Psychologen pleiten al langer voor regelmatig mentale screenings binnen de sport om vroegtijdig dergelijke eetproblemen te gaan opsporen en aan te pakken bij de wortel. Iets waar ze bij danssport Vlaanderen aan werken. De federatie timmert namelijk aan preventie door clubs en coaches duidelijke informatie te verstrekken. Samen met de artsenverenigingen gaan wij clubs en coaches informeren rond gezonde voeding, en hoe de dansers zich optimaal kunnen voorbereiden zonder veel op het gewicht te moeten letten”, vertelt Jolien Jacobs, gezondheidsverantwoordelijke en communicatie danssport Vlaanderen. Een-op een-gesprekken met coaches en regelmatig enquêtes afnemen, dit alles zet danssport Vlaanderen in om eetstoornissen zo goed als mogelijk aan te pakken. Ook sportdiëtisten zijn het er over eens dat voorkomen beter is dan genezen en dat preventief handelen zeker aan de orde is om eetproblemen bij dansers en danseressen te voorkomen.

“Het blijft alleen maar bij kennisoverdracht” – Agath Desmet, ervaringsdeskundige in eetstoornissen.

Maar toch is de preventieve hulp die wordt aangeboden vanuit danssport Vlaanderen te weinig volgens sportdiëtisten. “Ik denk dat er zeker nog veel meer kan gedaan worden, voorlopig blijft het alleen maar bij kennisoverdracht. Zo is het aan de federaties om meer dan alleen informatie te geven, er moet ook effectief hulp worden aangeboden. Coaches moeten meer communiceren over gewicht en onmiddellijk ingrijpen: overgaan tot ambulante hulp, korte vragensessies met een psycholoog, fysieke hulp. Er is genoeg kennis en er zijn genoeg methodieken maar we zien dat die in de praktijk niet worden toegepast en dus verloren gaan“, vertelt Agath Desmet.

Pierre Gryp