In het dagelijks leven is Jan Blomme een 59-jarige kinesist. Hij stopte in 1982 met wielrennen en focuste zich volledig op zijn praktijk. Toch zette hij een paar mooie prestaties neer, zowel op de weg als op de piste.
In 1979 kon hij zich voor het eerst Belgisch kampioen noemen op de piste (bij de amateurs weliswaar). Hij behaalde goud op de achtervolging en omnium. De laatste discipline verdedigde hij het jaar erop opnieuw, met succes. Ook in 1980 werd hij Belgisch kampioen op de omnium en de 1km. In datzelfde jaar krijgt Blomme de kans om mee te gaan naar de Olympische Spelen van Moskou. Hij eindigt dertiende maar daar zat zeker meer in. Voor het eerst komt hij naar buiten met de echte reden voor zijn teleurstellende prestatie.
Twee jaar later duikt Blomme opnieuw op in de krantenknipsels. Hij wordt Belgisch kampioen op de 1km, de achtervolging en de ploegenachtervolging. Zijn palmares dikt zo aan op 7 Belgische titels.
Meteen daarna besluit Blomme er een punt achter te zetten. Hij wordt verliefd op de dochter van André Noyelle (ook een bekende naam in de wielerwereld) en richt zijn pijlen op zijn praktijk als kinésist. Doorbreken zat er voor hem niet in. Toch kijkt hij met trots terug op zijn carrière en zou hij het niet anders hebben gedaan. De persoon waardoor hij een passie kreeg voor wielrennen, is helaas overleden. Tussen het papierwerk door maakt de sympathieke Jan Blomme toch tijd voor een interview.