Turnster Julie Croket moest op amper 22-jarige leeftijd een punt zetten achter haar professionele turncarrière. Een beslissing die ze moest nemen nadat ze werd geteisterd door hardnekkige blessures. Wat doet een jonge sportster nu nadat haar job, passie en grootste bezigheid wegviel?
Croket begon op erg jonge leeftijd met gymnastiek. Haar zus gaf de turnmicrobe door aan Julie Croket en ze bleek enorm getalenteerd. Ze begon haar professionele carrière op haar zestiende en pakte meteen drie Belgische titels op een rij.
In 2012 miste ze een eerste maal de Olympische Spelen in Londen door aanhoudend blessureleed aan haar linkerknie. Vier jaar later hoopte ze haar Olympische droom dan wel waar te maken, maar opnieuw kreeg ze met een hardnekkige knieblessure af te rekenen. Deze keer bleek het te ernstig en zette ze een punt achter haar nog prille carrière.
Op nauwelijks 22-jarige leeftijd ging ze zo op zoek naar iets nieuws. Een zoektocht waarin ze gelukkig snel een oplossing vond. “Een zwart gat heb ik niet echt gekend, aangezien ik snel aan de slag ging als trainer. Iets wat mij enorm ligt aangezien ik zo ook echt voeling met de sport kan blijven behouden. Ik was nog niet klaar om de sport definitief vaarwel te zeggen.”
Professioneel zat ze dan weliswaar voor een korte periode in zak en as. Op persoonlijk vlak ging het haar voor de wind. “Na mijn turncarrière leerde ik vrij snel iemand kennen. Dat was uiteraard enorm meegenomen in deze moeilijke periode. Zo heb ik de steun gehad om snel de knop te kunnen omdraaien.”
Croket toont ook veel ambitie met het oog op de toekomst. Zo hoopt ze als trainer nog grotere doelen te bereiken. “In een hele verre toekomst hoop ik misschien aan de slag te gaan als algemene head coach van onze Belgische turnsters. Uiteraard is zoiets nu nog niet aan de orde, maar in de toekomst zou ik graag zo een functie ambiëren.”