Een dertigtal judoka’s staan op de mat in de gloednieuwe sporthal van de Topsportschool in Wilrijk. Een ervan is Jorre Verstraeten. In het Engels maant bondscoach Robert Krawczyk aan om een partner te kiezen voor randori, een oefengevecht. Om de vijf minuten gaat er een wekker af en is er even tijd om te drinken. Enkele judoka’s slaan af en toe een gevecht over, Verstraeten niet.
“Hij traint graag, te graag”, vertelt Jorres vader, Nico Verstraeten, “Hij wil altijd beter zijn dan anderen en heeft op dat vlak last van haantjesgedrag. Hij vergeet soms dat hij rust nodig heeft.” Vijf keer per week is Verstraeten op de judomat te vinden. In totaal traint hij ongeveer dertien keer per week. Vijf judo-, vier kracht- en vier looptrainingen. De plaatsen variëren. “Soms traint hij zelfs bij de Waalse Federatie. Jorre kiest er dan de trainingen uit waar de meeste concurrenten binnen zijn gewichtscategorie zijn. Zo kan hij testen hoever hij staat. Hij is echt een controlefreak”, legt Nico Verstraeten uit.
Studerende topsporter
Verstraeten studeerde zelf niet aan de Topsportschool, maar komt er wel wekelijks trainen. “Een bewuste keuze”, vertelt hij, “Ik studeer nu aan de Vrije Universiteit Brussel en wou graag een optimale voorbereiding op mijn universitaire studies. Daarom koos ik voor een gewone middelbare school waar het niveau van studies toch net iets hoger ligt dan op de Topsportschool.” Verstraeten studeert Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen en zit deels in het eerste en deels in het tweede jaar. Dankzij een studentencontract bij Sport Vlaanderen lukt die combinatie.
“In januari ga ik een maand op judostage naar Japan. Hiervoor verplaats ik mijn examens. Drie dagen na mijn thuiskomst heb ik zo bijvoorbeeld een examen”, aldus Verstraeten die uitkijkt naar de stage. De Japanse judoka Nomura is de grote idool van Verstraeten. “Nomura is de eerste judoka die erin slaagde om driemaal op een rij goud te behalen op de Olympische Spelen, een droom.” Nomura vocht in dezelfde gewichtscategorie als Verstraeten nu vecht, de -60 kilogram.
Succesvolle overstap
De Leuvense judoka verraste dit jaar vriend en vijand door bij de senioren de European Cup in Saarbrücken te winnen. De 19-jarige Verstraeten is junior, maar vecht al regelmatig bij de senioren. Verder schakelde hij dit jaar over naar een andere gewichtsklasse, de judoka ging van de -55kg naar de -60kg. “De overwinning in Saarbrücken was enorm onverwacht, maar wel een van de mooiste in mijn nog prille carrière. Dankzij die gouden medaille mocht ik vorige maand ook onverwacht deelnemen aan het Europees Kampioenschap U23 in Tel Aviv”, glimlacht hij. Verstraeten werd er knap zevende. De overstap naar een hogere gewichtscategorie verliep dus vlotter dan verwacht.
“Vorig jaar won ik doorheen het jaar alle European Cups, maar op het Europees Kampioenschap lag ik er in de eerste ronde al uit, een enorme ontgoocheling. Ik moest toen te veel afvallen, zo’n zes kilo, dat speelde me parten.”
De Leuvenaar is een lichtgewicht en heeft meestal niet zoveel problemen met zijn gewicht. “Normaal weeg ik 62 kilo. Om onder de 60 kilo te wegen voor wedstrijden eet ik gewoon de week ervoor een beetje minder. De laatste dag voor de wedstrijd probeer ik nog een kilo vocht te verliezen.” Het gewicht van judoka’s speelt vaak een cruciale rol. Dat ondervond ook Verstraeten: “Vorig jaar won ik doorheen het jaar alle European Cups, maar op het Europees Kampioenschap lag ik er in de eerste ronde al uit, een enorme ontgoocheling. Ik moest toen te veel afvallen, zo’n zes kilo, dat speelde me parten.”
Stap voor stap
Hoewel de 19-jarige Leuvenaar al medailles wist te behalen op een Wereldkampioenschap en op de Jeugd Olympische Spelen verdient hij nog geen geld met zijn sport. “Ik heb wel enkele sponsors waar ik materiaal, kledij en judopakken van krijg, maar verder betalen mijn ouders alles. Benzine en tape zijn het duurst”, zucht Verstraeten. De Vlaamse Judofederatie dekt wel de kosten van alle reizen en hotels.
De Federatie zet evenwel niet in op het mentale aspect van de sport. “Jammer”, vindt Nico Verstraeten, volgens hem is zijn zoon een twijfelaar en is er op mentaal vlak nog veel progressie mogelijk: “Volgens mij heeft Jorre wat last van faalangst. Hij ging enkele keren bij een sportpsycholoog, maar zei onmiddellijk dat het niets voor hem was. Hij wou het zelf oplossen.”
Ontgoocheling is onderdeel van topsport. Verstraeten kampt er soms een week lang mee. “Na een grote ontgoocheling, zoals vorig jaar na het Europees Kampioenschap, doe ik even wat andere dingen. Geen judo, geen trainingen. Praten met goede vrienden helpt mij veel. De ontgoocheling duurt soms een tijdje, maar na een week is de focus er opnieuw volledig.”
“Op technisch vlak is er ook nog veel progressie mogelijk”, vertelt de vijfvoudige Belgisch Kampioen, “Ik kan wel veel technieken, maar toepassen tijdens wedstrijden is nog iets anders dan ze gewoon doen bij een partner die meewerkt.” Judo is een heel complete sport. Zowel conditie, kracht en techniek zijn belangrijk. Er wordt niet alleen rechtstaand gevochten, maar ook op de grond. “Ik verkies rechtstaand vechten, er is niets leuker dan iemand werpen, maar op grond ben ik wel beter. Door de jaren heen ben ik aanvallender geworden. Je kan eigenlijk je hele leven lang bijleren in het judo en net dat maakt het zo leuk”, zegt de judoka overtuigend.
Blessuregevoelig is Verstraeten niet. Hij had nog nooit last van grote blessures. “Vingers en tenen zijn de enige lichaamsdelen waar ik soms wel eens last van heb. Een keer heb ik mijn teen gebroken, al weet ik dat niet zeker want ik ben toen niet naar de dokter geweest.” Ook van stress heeft de judoka meestal weinig last. “Muziek luisteren en praten voor een wedstrijd doen wonderen, al verschilt het wel van dag tot dag. Maar eenmaal ik de mat op stap, verdwijnt gelukkig alle stress.”
Toen hij zes jaar was, startte hij eigenlijk per toeval met judo zo vertelt Verstraeten: “Ik nam deel aan een sportkamp en wou eigenlijk hockey doen, maar dat kamp zat al vol. Judo was het enige kamp waar nog plaats was.” Nu kan hij erom lachen en is hij blij dat hij toen judo moest kiezen. Over vier jaar wil Verstraeten op de Olympische Spelen in Tokio staan. Een realistisch doel gezien zijn resultaten van de afgelopen jaren, maar een medaille wordt zeer moeilijk. In Tokio, de bakermat van het judo, gaan de Japanners zo goed zijn dat het volgens vader Nico Verstraeten onmogelijk wordt om een medaille mee naar huis te nemen.
BIO: Jorre Verstraeten
Geboren op 4 december 1997 in Heverlee
Lid van Judoclub Koksijde
Vijf keer Belgisch Kampioen Judo (2011, 2012, 2013, 2014, 2015)
Zilver op het European Youth Festival in Utrecht (2013)
Brons op het Wereldkampioenschap Cadetten in Miami (2013)
Brons op de Youth Olympic Games in Nanjing (2014)
Vijfde op het Europees Kampioenschap Cadetten in Athene (2014)
Zevende op het Europees Kampioenschap U23 in Tel Aviv (2016)