Voetbalstadions in België: wat na Ghelamco?

Voetbal, de populairste en bekendste sport in de wereld en zeker ook in België. De sport is de laatste jaren enorm veranderd. Jammer genoeg evolueerde niet alles mee. De voetbalstadions in België zijn verouderd en zijn toe aan vernieuwing. Vaak zien we dat dit niet evident is en lang aansleept. Wat is hier de oorzaak van en kan dit veranderen?

België en moderne voetbalstadions, het lijkt vooral een sprookje. Als we kijken naar de stadions waar onze eersteklassers in spelen, merk je vaak dat deze aan vernieuwing toe zijn. Dit niet alleen door schade maar vaak ook gewoon door veroudering. Natuurlijk is het geen evidentie om zomaar van de ene dag op de andere een nieuw stadion te bouwen. Maar in België duurt het vaak wel heel lang. Voorbeeld hiervan is het stadiondossier van Club Brugge, dat jaren aansleepte.

Toen België zich kandidaat wilde stellen voor het organiseren van het wereldkampioenschap in 2018 of 2022, was er sprake van zeven nieuwe stadions in België. Het was toen al duidelijk dat het organiseren van dergelijke grote evenementen niet mogelijk was met de huidige infrastructuur. En toch, jaren later zien we weinig verandering. Er was toen sprake van zeven nieuwe stadions, deze zouden gebouwd worden in Antwerpen, Brussel, Gent, Brugge, Charleroi, Luik, en Genk. In Genk was het de bedoeling om de toenmalige Cristal Arena te verbouwen.

Nu, jaren later, zien we dat enkel het stadion in Gent, de Ghelamco arena, gebouwd werd. Daarnaast zijn de verbouwingen aan het stadion van Genk ook succesvol afgerond. Voor de rest veranderde er niets . Het stadiondossier in Brugge werd onlangs goedgekeurd waarmee het de tweede stad in de lijst is waar een nieuw stadion gebouwd zal worden. In de andere steden wordt nog altijd in dezelfde stadions gespeeld. Een kleine nuance hierbij: het stadion van voetbalclub Royal Antwerp ondergaat momenteel ook grondige verbouwingen.

“De grote problematiek, in mijn ogen, in België is dat iedereen naar de raad van state kan gaan wanneer er iets is dat hem niet zint”, zegt Jonas Heyman van KV Mechelen. Op deze manier duurt het soms heel lang voordat de dossiers worden goedgekeurd en de procedures van start kunnen gaan. Dit heeft tot gevolg dat het vaak lang duurt voordat nieuwe stadions er effectief staan of dat sommige stadions er gewoonweg niet komen. “Het is een beetje vergelijkbaar met groene energie. Iedereen wil het maar niemand wil een molen in zijn tuin.”

De drijfveren voor een nieuw stadion in Kortrijk hebben een rechtstreekse link met dit probleem. Het stadion is verouderd en dit is duidelijk te zien. In het Guldensporenstadion is er nog een staantribune en de tribune tegenover de staantribune heeft nog houten banken om op te zitten. “Dit is niet meer van deze tijd. Als je kijkt naar de sanitaire voorziening over de hele site, is deze duidelijk verouderd. Net als de rest van het stadion”, klinkt het bij KV Kortrijk.

Buurlanden

Wanneer we over de landsgrenzen heen kijken, merken we dat in andere landen de voetbalstadions vaak groter en moderner zijn. Natuurlijk moeten we nuanceren dat een competitie in Frankrijk of Duitsland verder staat. Daarnaast zijn deze landen groter, hebben de clubs meer geld en kunnen zij zo grotere stadions bouwen. We merken dat dit in België minder het geval is. De competitie is minder groot dan in deze landen en de clubs beschikken niet over dezelfde middelen.

Wanneer we de vergelijking maken met Nederland, een land dat op voetbalvlak vaak wordt vergeleken met België, vallen er een aantal zaken meteen op. Het eerste is dat de stadions van de topploegen er bijna dubbel zo groot zijn als die van de topploegen in België. Ook de stadions van de ‘kleinere’ ploegen zijn gemiddeld groter in Nederland. In België zijn er stadions, bijvoorbeeld dat van Eupen, toch een stabiele 1A-club, waar maximum 8.363 mensen in kunnen. Vergeleken met Heracles Almelo, een stabiele Eredivisie-club, is dit toch een aanzienlijk verschil. In hun stadion kunnen namelijk 12.080 supporters.

Daarnaast valt nog op dat de stadions in Nederland moderner zijn. Wanneer we enkel naar ploegen uit de Belgische eerste klasse kijken, zien we dat het laatst gebouwde stadion, de Ghelamco Arena in Gent, gebouwd is in 2013. Voor het stadion dat daarvoor nieuw gebouwd werd, moeten we naar Eupen, dit werd gebouw in 2010. Voor het derde ‘modernste’ stadion moeten we dan al naar Brugge. Dit stadion werd gebouwd in 1975, wat alweer een tijd geleden is.

Wanneer we kijken naar de Nederlandse stadions, is dat een immens verschil. Het grootste stadion van Nederland, de Johan Cruyff Arena in Amsterdam, werd gebouwd in 1996. Daarnaast valt vooral op dat de meeste stadions van ploegen uit de Eredivisie gebouwd zijn na 1990. Hierop zijn twee uitzonderingen, namelijk het stadion van PSV en het stadion van Feyenoord.

Volgens Jonas Heyman van KV Mechelen is er één groot verschil tussen de stadions in België en in Nederland. “Een groot voordeel in Nederland is dat dat meestal overheidsstadions zijn, waar de overheid beslissingsbevoegdheid heeft en niet de clubs. En in Nederland is het de gewoonte dat clubs hun begroting altijd op orde te hebben. Zij hebben altijd overschot en dan is het makkelijker. In België is dat niet het geval, wij zijn gewoon om elk jaar één miljoen in het rood te gaan. En als het maar een half miljoen is zijn we blij. En als je geen geld hebt, kan je ook geen stadion bouwen. De focus van de voetbalclubs ligt ook anders. In België ligt de focus van de voetbalclubs momenteel bij het willen presteren en het team omhoog helpen.”

Nood aan financiële middelen

We zien dat wanneer een club, bijvoorbeeld Antwerp, beschikt over een sterke financiële eigenaar zoals Paul Gheyssens, dit iets makkelijker loopt. Het stadion van Antwerp, de Bosuil, wordt momenteel serieus vernieuwd. “Momenteel is er slechts één club in België dat hun stadion kan verbouwen, toptransfers kan doen én kan investeren in de jeugd en dat is voetbalclub Antwerp.”

Andere ploegen zoals Eupen, Beerschot, Union, … beschikken niet over deze middelen en spelen in stadions die al lang bestaan en verouderd zijn. Ook kan worden opgemerkt dat deze stadions, zoals dat van Beerschot en Union, midden in woonwijken gelegen zijn, wat met nieuwere stadions veel minder het geval is.

Het stadion verbouwen om de capaciteit te verhogen wordt op deze manier veel moeilijker, niet gezegd onmogelijk. Zij kunnen hun stadion natuurlijk vernieuwen maar dit zal bijna niet kunnen samengaan met een verhoging van de capaciteit. Willen zij hun stadion uitbreiden, moet er vrijwel altijd worden gezocht naar een nieuwe locatie, wat wil zeggen dat ze een volledig nieuw stadion moeten bouwen en dit kost dan weer veel geld. Wat kleinere clubs in België veel minder hebben natuurlijk.

Bepaalde ‘kleinere’ clubs hebben hun stadion verbouwd. Maar voor hen is het vaak een afweging omdat ze hun geld dan niet elders kunnen in investeren.

Opvallend: een aantal jaar geleden hadden verschillende ‘kleinere’ clubs een dossier klaar voor een nieuw stadion. En toch, is er geen enkel van deze plannen uitgevoerd. Een aantal van deze teams hebben als oplossing hun stadion verbouwd, kijk maar naar KV Mechelen en Zulte-Waregem. Wat is hier de reden voor? Bij het stadiondossier van Club Brugge was er lange tijd tegenwind van Ghelamco, dat achter de bouw van het nieuwe stadion van AA Gent zat en de verbouwing van het stadion van Royal Antwerp. Dit is enigszins begrijpelijk aangezien het over concurrerende clubs gaat. Maar bij de ‘kleinere’ clubs is dit helemaal geen struikelblok.

KV Mechelen dat een aantal jaar geleden zijn stadion verbouwde, heeft hierbij geen verhoging van de capaciteit doorgevoerd. “We moesten het stadion verbouwen omdat het enorm verouderd was. Wij hadden nog douches met touwtjes waar je aan moest trekken, dat zegt genoeg.” Daarnaast was een verhoging van het stadion niet nodig. “We spelen liever voor een stadion van 16.000 supporters dat volledig vol zit dan voor een stadion van 30.000 supporters dat maar halfvol zit.”

Maar is een financiële sterke man dan zo belangrijk voor een voetbalclub? “Ja maar ook dat de juiste mensen op de juiste moment worden aangesproken. En eigenlijk zou elke voetbalclub een lobbyist fulltime in dienst moeten hebben. Om te praten met overheden, regeringen, buurtbewoners, … hoe de stemming is en wanneer je wat kan doen. Nu doet een voetbalclub vooral wat zij denken dat goed is. En ze zullen wel eens samenzitten met de burgemeester maar dat is anders dan wanneer je als Club Brugge zijnde wel een lobbyist hebt die met iedereen gaat eten, met iedereen de violen gelijk stemt en voordat het plan is ingediend, met iedereen rond de tafel gaat zitten. En op het moment dat de finale go wordt gegeven, is daar weinig tot geen tegenkanting omdat de violen al gelijk werden gestemd. Club Brugge kan dat momenteel omdat ze al die miljoenen hebben van de Champions League”, zegt Jonas Heyman.

Voetbalclub KV Kortrijk heeft plannen voor de bouw van een nieuw stadion. Dit nieuwe stadion wordt gebouwd door de stad zodat er ook andere zaken kunnen doorgaan dan enkel voetbal. Dit is een alternatief voor het geld van een sterke financiële man. Het nadeel hiervan is dat het stadion geen eigendom is van de club en dat dit stadion dus gehuurd moet worden van de stad, wat weer kosten met zich meebrengt.

Uitstraling Belgische stadions

Zoals eerder aangehaald is de uitstraling van de Belgische stadions niet om over naar huis te schrijven. Vanuit het buitenland wordt er vaak minachtend gekeken naar de infrastructuur van de Belgische voetbalclubs. En dat is niet helemaal onbegrijpelijk. In andere voetballanden zijn de stadions vaak moderner dan bij ons. Dit hangt enigszins samen met het imago van het Belgische voetbal. Als er een Belgisch team in de Champions League speelt, worden zij vaak bekeken als de kneusjes van de groep. Dit hangt samen met het algemene beeld dat er heerst in de wereld over onze competitie en bijgevolg onze stadions.

Dit beeld kan veranderen mits investering in de accommodatie van het Belgische voetbal. Het nieuwe wetsvoorstel van de regering kan hier misschien toe bijdragen. In dat wetsvoorstel staat dat het belastingvoordeel van de Belgische topclubs een maximum van vier miljoen euro zal bedragen. Daarnaast mogen de clubs niet meer kiezen wat ze doen met dat belastingvoordeel. Ze moeten het namelijk investeren in de jeugd of hun accommodatie.

Dit is een kans voor onze Belgische clubs om de uitstraling van het hele Belgische voetbal inzake infrastructuur een positiever beeld te geven. Op deze manier kan er een positieve evolutie ingezet worden om op langere termijn opnieuw te concurreren met andere landen.

Mogelijkheden Belgische stadions

Wat zijn dan de mogelijkheden voor onze stadions? Is het mogelijk om op korte termijn een aantal nieuwe stadions te bouwen of is het voor de ploegen enkel mogelijk om hun stadions te verbouwen?

In België is het voor een topclub vrij moeilijk om een nieuw stadion te bouwen. “Het is altijd makkelijker om een tribune af te breken en een nieuwe te zetten op een plaats waar er al één stond dan een locatie ergens te zoeken, en dat je daar dan een stadion moet bouwen. Mensen zijn dat niet gewoon, zijn die infrastructuur en stromen niet gewoon. Wanneer er mensen zijn die naar de raad van state trekken, loopt dat enorm veel vertraging op, kijk maar naar het Heizelstadion dat er niet is”, zegt Jonas.

We zien de laatste jaren vaker dat stadions worden gerenoveerd. Kijk maar naar clubs als Zulte Waregem, Oostende en KV Mechelen. Zij verbouwden allemaal hun stadion in plaats van nieuwe stadions te bouwen. Een uitzondering hierop is momenteel KV Kortrijk. Zij begonnen met de procedure om een nieuw stadion te bouwen. Maar ook hier heeft dit serieus wat voeten in de aarde.

Nationaal stadion

Ook het nationaal stadion van België is niet onbesproken. Het Koning Boudewijnstadion werd gebouwd in 1930 en gerenoveerd tussen 1994 en 1998. De renovatie van ons nationaal voetbalstadion is dus nog niet zo gek lang geleden maar toch is ook dit weer een oud stadion en wordt er al lang geopperd dat het stadion aan vernieuwing toe is. Daarom werden er in 2015 plannen opgesteld voor de bouw van het Eurostadion.

Het stadion zou plaats geven aan 60.000 supporters en zou zijn plaats hebben op parking C van de Heizel in Brussel. Initieel was het plan dat topclub Anderlecht zou gaan spelen in het stadion maar zij stapten zelf uit de deal omdat zij de huurkosten van het stadion te hoog vonden. Deze zouden neerkomen op ongeveer tien miljoen euro per seizoen. Daarnaast is er een politiek en administratief kluwen verbonden met het dossier. De toenmalige Vlaamse minister van mobiliteit Ben Weyts was pertinent tegen de bouw van het Eurostadion.

Tot slot waren er ook nog de kosten van het stadion die zeer hoog zouden oplopen. Het project zou een samenwerking zijn tussen verschillende Brusselse overheden en Ghelamco. Het totale kostenplaatje zou al snel oplopen tot meer dan 500 miljoen euro.

Is een nieuw nationaal stadion nog mogelijk? Het is zeker geen evidentie, zoals we ondervonden met het dossier van het Eurostadion. Maar nog lang doorgaan in het Koning Boudewijnstadion lijkt ook geen optie. Er zijn namelijk meerdere stemmen die zeggen dat het stadion zijn tijd heeft gehad.

De Belgische voetbalbond en de Memorial Van Damme hebben samen een plan ingediend voor de renovatie van het Koning Boudewijnstadion. Ook hier zou het dus weer gaan over een renovatie en niet over de bouw van een nieuw stadion. De plannen van beide partijen zou een vernieuwd stadion bevatten dat tussen de 40.000 en 50.000 zitplaatsen heeft. Het prijskaartje van de renovatie zou tussen 184 miljoen euro en 230 miljoen euro liggen.

Hier kan de conclusie gemaakt worden dat voor dergelijke projecten een renovatie misschien de enige mogelijkheid is. Als we kijken naar het dossier over het Eurostadion, zien we dat dit al heel lang aansleept en dat het gewoon een enorm moeilijk dossier is. Tevens is het lastig om na een moeilijke periode als Corona dergelijke projecten te realiseren op financieel vlak. Een renovatie is dus mogelijks een betere oplossing voor ons nationaal voetbalstadion.