In 1995 speelt KRC Harelbeke de eindronde om over te gaan naar Eerste klasse. Tot ieders verbazing slaagt het erin om die te winnen met slechts één verliespartij. Het begin van het te korte verhaal van de West-Vlaamse streekploeg in de hoogste klasse.
“Na een proces van meer dan twintig jaar, waarin het bestuur meerdere mislukte pogingen ondernam om hun doel te bereiken, lukte het dan toch.” Aan het woord is Hein Vanhaezebrouck. De huidige coach van KAA Gent was toen een van de sterke pionnen bij de Ratten. “In de eindronde versloegen we Beerschot VAC, Excelsior Moeskroen en KRC Genk en gingen zo samen met kampioen KSV Waregem over naar Eerste klasse. Dat was een fantastisch gevoel.”
Een heuse stunt volgens sommigen, maar onder de spelers en de supporters woedde een sterk vermoeden dat het dat jaar prijs zou zijn. Vooral bij het afwerken van de eindronde, groeide het geloof. Levenslange supporter en kind aan huis Danny Hugelier was erbij: “Het was simpel, iedereen kon toen van iedereen winnen. In de media stond vaak te lezen dat Harelbeke geen kans maakte, maar wij wisten wel beter. De structuur die het bestuur had neergezet en de sterkte van de ploeg waren de grootste factoren. Er kwam weinig geluk aan te pas.”
In stijgende lijn
De beginjaren van Harelbeke in Eerste klasse waren een relatief succes. In de eerste twee seizoenen wist het zich te handhaven en beetje bij beetje te groeien tot een stabiele middenmoter. Met respectievelijk een 11de en een 9de plek had Henk Houwaert al goed werk verricht. Desalniettemin bleef de grote supporterssteun uit. Enkel in topmatchen liep het Forrestiersstadion goed vol. Merkwaardig, volgens Hugelier: “Ik had er zelf ook meer van verwacht eerlijk gezegd. Ik engageerde me bij de supportersclubs, schreef het clubboekje en was aanwezig op zowat alle trainingen en wedstrijden. Jammer genoeg leek het alsof de Harelbeekse bevolking enkel geïnteresseerd was in de matchen tegen Club Brugge en Anderlecht. Je zou toch denken dat je daar als stad volledig gaat achter staan? Met zo’n stadion als het onze? Maar neen, dat viel echt sterkt tegen.”
In 1997 steeg het team boven zich uit. In de heenronde doet het mee aan de top van het klassement en mag het zelfs stillaan gaan hopen van een plaats in de top drie. Joris De Tollenaere zorgde doen voor de doelpunten en beschrijft de periode: “Dat jaar hadden we eigenlijk van niemand schrik. Ik heb alle jaren in de hoogste klasse meegemaakt, maar dat seizoen hadden we nergens het gevoel dat we zouden verliezen. Zelfs de topploegen gingen voor de bijl. Het was naar mijn gevoel de beste ploeg die Harelbeke ooit heeft gehad.”
Het voorval Vanhaezebrouck
Na de heenronde zag de toekomst er rooskleurig uit voor De Ratten. De sfeer zat goed, de resultaten waren er en het bestuur was tevreden. “Toch was er een speler die niet zo tevreden was over de gang van zaken blijkbaar. Hein Vanhaezebrouck deed enkele markante uitspraken in Sport/Voetbalmagazine en dat zette een heel proces in gang”, vertelt De Tollenaere. “Tijdens de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie had Vanhaezebrouck zich al op de borst geklopt dat hij het eens was gaan uitleggen in de pers. De ploeg had er niet zo veel oor naar, want dat gebeurde wel vaker. Deze keer echter, had Hein zaken verteld die normaal niet voor de pers bestemd waren. Hij had het onder andere over medische testen van sommige sleutelspelers die niet zo goed waren en had ook kritiek geuit op de trainer. Enkele dagen later is dat verhaal per toeval bij de coach Henk Houwaert geraakt en die was natuurlijk furieus. Hij beschouwde het als een persoonlijke aanval. Ik was toen kapitein en werd meteen door Houwaert naar zijn kantoor geroepen. Hij verklaarde dat als Vanhaezebrouck niet vertrok, hij zelf zou opstappen. Na enkele dagen vol discussie viel de beslissing bij het bestuur om te blijven geloven in de coach die hun ploeg naar Eerste klasse had gebracht.”
“Dat had eigenlijk niks met dat interview te maken”, maakt Vanhaezebrouck zich sterk. “Ik heb trouwens in dat interview bijna niks noemenswaardigs gezegd. Het draait om iets compleet anders.
In die periode was ik naast speler ook jeugdcoördinator. Ik volgde de trainingen op, hield me bezig met het onderhoud van de velden en regelde bijvoorbeeld ook de kleren. Toen onze sponsor failliet werd verklaard moesten we dus op zoek naar nieuwe kledij. Verschillende merken mochten zich aanmelden bij het bestuur en daar zou dan een worden uitgekozen. Omdat ik wist wat er voor de jeugd moest komen, moest ik samen met de voorzitter mee gaan onderhandelen. Ik had dat drie keer geweigerd, omdat ik wist dat Houwaert daar eigenlijk wilde over beslissen. Hij had contacten in die branche en wilde dat voor zijn rekening nemen. Hij had tenslotte het vorige contract geregeld. Ik had het gevoel dat er moeilijkheden zouden van komen, maar de voorzitter liet me geen keuze en dus ging ik mee. Dat is ter ore gekomen van de trainer en die was furieus. Hij vond dat ik zaken achter zijn rug had geregeld en dus was het al snel geklonken: het was ik of hem. Enkele dagen later viel de beslissing.”
Exit Vanhaezebrouck dus, die van erg groot belang was voor de balans in de ploeg en een groot aandeel had in de sterke eerste seizoenshelft. Harelbeke herstelde niet meer van het voorval en morste met de punten in de terugronde. Het eindigde op een vijfde plaats, de hoogste notering die ooit behaald zou worden door De Ratten.
Verval na de Intertoto Cup
De vijfde plek had Harelbeke een plaatsje opgeleverd in de Intertoto Cup. Een Europese competitie die diende als extra kwalificatietoernooi voor de UEFA Cup. KRC Harelbeke kwam daarin uit tegen het Sampdoria van Roberto Mancini. Danny Hugelier maakte de verplaatsing mee: “Het was voor de supporters een van de meeste memorabele wedstrijden uit de geschiedenis. Een club als de onze die Europees mocht spelen, dat maakte je niet vaak mee. Wij wisten ook wel dat dat toernooi niet dezelfde waarde had, maar dat heeft er ons niet van weerhouden om er toch van de genieten. We reden met verschillende bussen richting Italië om er de ploeg te steunen. Tevergeefs, want we maakten jammer genoeg geen kans en gingen de boot in.”
Het Europese verhaal van Harelbeke zou de laatste opstoot zijn in het verhaal van hun verblijf in Eerste klasse. De volgende jaren zou het steeds verder wegzakken, vooral omdat de ploeg ook niet meer zo sterk was. Er werd verkeerd gescout en geïnvesteerd in spelers die het niveau van de hoogste klasse simpelweg niet aankonden. Ook enkele verkeerde trainerskeuzes deden de club uiteindelijk de das om. Midden 2001 viel het doek: de degradatie was een feit.
De beruchte fusie
Dat KRC Harelbeke na jaren proberen uiteindelijk in Eerste klasse geraakte, was een succes op zich. Tot dan waren De Ratten een lokale club geweest, die het altijd had moeten afleggen tegen andere ploegen in de streek zoals Waregem, Kortrijk, Roeselare en in zekere zin ook Moeskroen. Een kleine vijver dus om bijvoorbeeld jeugdspelers te halen. Maar dat betekende ook dat er heel wat kapitaal versnipperd lag over de regio.
De ondertussen overleden politicus en ex-voorzitter van KRC Harelbeke, Pierre Lano, had grootse plannen om die problemen aan te pakken. Hij droomde als sinds de jaren ‘80 luidop over een fusie tussen die lokale clubs. De financiële middelen zouden zo samengevoegd worden om tot een Zuid-West-Vlaamse topclub te komen. Een idee dat het onderwerp van heel veel discussie in die tijd. Het is er uiteindelijk nooit van gekomen, maar had dat niet de oplossing kunnen zijn?
De Tollenaere: “Het verhaal van de fusie heeft verschillende kanten. Toen lag voor de spelersgroep vooral de timing slecht. Net voor we promoveerden naar Eerste klasse kwam dat idee van een fusie weer naar boven. Maar de groep had er zo voor gevochten om dat doel te bereiken, dat niemand zijn plaats zou willen afstaan. Logisch als je het mij vraagt, ik zou ook geen plaats gemaakt hebben voor spelers van pakweg Kortrijk of Waregem. Langs de andere kant had Lano wel gelijk dat die fusie het beste was voor KRC Harelbeke als club. Als je al dat kapitaal had gebundeld, dan had je een veel sterker blok kunnen vormen dan wat er nu hier in de streek staat.”
“Pierre was inderdaad een visionair”, bevestigt Vanhaezebrouck. “Ik begrijp ook perfect wat Pierre in gedachten had, maar de geschiedenis en eigenlijk ook het heden toont aan dat dat fusieverhaal bijna onmogelijk is. Hoeveel fusies hebben uiteindelijk echt gewerkt? Genk misschien, maar dat was een uniek verhaal. Dat was een fusie van twee ploegen binnen dezelfde stad. Dat klikte meteen en ze waren vertrokken. Als die in de eerste jaren mindere resultaten hadden geboekt, had dat verhaal ook anders uitgedraaid. Ik heb er zelf nooit in geloofd, puur omdat de verschillen tussen de betrokken clubs toen al te groot waren. Het was gewoon niet haalbaar. Alleen al het stadion zou een probleem zijn. Er waren plannen om een nieuw te zetten in Deerlijk. Pal in het midden tussen Kortrijk, Waregem en Harelbeke, maar ook dat is er nooit van gekomen.