‘Om topsporter te zijn, moet je eenzaam zijn’

Eenzaamheid bij topsporters komt steeds vaker voor. Jonge talenten gaan op vroege leeftijd naar het buitenland of verblijven ver van huis. De verwachtingen liggen hoog en de focus ligt vooral op presteren. Hoe gaan deze topsporters om met de hoge verwachtingen en de eenzame weg naar de top? Wij spraken met drie topsporters die ons hun verhaal vertellen.

De 19-jarige Milan Corryn werd onlangs van Anderlecht naar het Slowaakse AS Trencin getransfereerd. Een bewuste keuze die zijn leven compleet veranderde.

“Ik moest concurreren met Makarenko en Trebel, twee middenvelders bij Anderlecht. Dat was een moeilijke periode. Ik kon naar een andere ploeg in België gaan, maar daar zijn ze vooral geïnteresseerd in spelers met ervaring. Op dat moment kwam Trencin aankloppen. Na lang twijfelen heb ik de bewuste keuze gemaakt om mijn transfer af te ronden. Als jonge topsporter is het niet makkelijk om de stap naar het buitenland te zetten.”

“Ik heb training in de voormiddag en de rest van de dag heb ik niet veel te doen waardoor ik vaak alleen zit. Ik ben in een land waar ik niemand ken. In mijn ploeg zitten een paar Nederlanders, waarmee ik soms iets ga eten. Verder ken ik hier niemand. Ook mijn ouders mis ik enorm, maar gelukkig hebben we elke dag contact. Het belangrijkste is dat ik  zeer veel steun krijg van hen. Ze staan dan ook achter de beslissing die ik heb gemaakt.”

Voetbal is opoffering

“In het voetbal heb je niet echt vrienden, veeleer ploegmaten en collega’s. Ik heb natuurlijk wel enkele vrienden waar ik al mee samen speel sinds ik klein was, waarmee ik ben opgegroeid. Met hen ga ik elk jaar op vakantie. Maar ook zij hebben hun eigen leven en carrière waardoor ik ze nog niet gezien heb sinds ik hier in Slowakije verblijf. Om topsporter te zijn, moet je eenzaam zijn. Je offert veel sociale contacten op, maar ik heb geen spijt van mijn keuze.”

Oshin Derieuw, die dit jaar opnieuw de WBC-gordel bij de superlichtgewichten behaalde, bevestigt het verhaal van Milan. Ze bokst vaak in het buitenland en ondervindt dat dit gevolgen heeft voor haar sociaal leven.

“In mijn adolescentie heb ik altijd een zeer sociaal leven gehad omdat ik toen nog geen topsport deed. Van de ene op de andere dag is mijn leven volledig veranderd. Sinds ik bokste op een hoger niveau kreeg mijn sociaal leven een andere wending. Gelukkig begrepen mijn vrienden dit. Hoewel ik ze niet veel zie, komen ze wel altijd supporteren. Voor mij is dit mijn grootste mentale steun.”

Haat-liefdeverhouding

“Mijn vrouw Charlotte en ik verlangen vaak naar momenten waarop we samen kunnen zijn. Zij is ook topsporter waardoor we weinig tijd hebben voor elkaar. De weinige momenten waarop we samen zijn, bestaan meestal uit lange autoritten. We verlangen allebei naar een periode waarin we elkaar meer aandacht kunnen geven. Ook mijn ouders en grootouders hebben het lastig dat ze mij weinig zien. Zulke dingen doen wel pijn. Doordat ik hen niet vaak zie en er zelf ook niet voor hen kan zijn heb ik soms het gevoel dat ik er alleen voor sta.”

“Ik heb wel momenten gehad dat ik met mijn hoofd tegen de muur liep. Het is keihard. Topsport is een haat-liefdeverhouding, maar momenteel heeft de liefde voor de sport nog de bovenhand.”

Alleen zijn went

Het laatste verhaal brengt ons naar Engeland. Daar vinden we de 19-jarige Thibaud Verlinden die uitkomt voor Stoke City. Op zijn vijftiende vertrok hij naar de Engelse eersteklasser. Hij beschrijft topsport als een keiharde wereld.

“Voetbal is een heel harde wereld met veel ups and downs maar het is iets wat ik graag doe. Ik ben op zeer vroege leeftijd vertrokken naar Engeland met een heleboel dromen. Ondertussen is het een thuis voor mij geworden. Ik ben altijd al gewend geweest om alleen te zijn, want op mijn twaalfde ging ik op internaat om bij Standard te spelen. Ik heb ook zes maanden gespeeld voor het Duitse FC St. Pauli vorig jaar en ben het dus echt gewoon om ver van huis te zijn.”

“Toch zijn er ook momenten geweest waarop ik twijfelde aan mijn keuze. Je bent in een land waar je niemand kent dus het was wel lastig om op mijn eigen benen te staan. Ik had ook vaak dagen waarop ik na de training niets meer te doen had en me eenzaam voelde. Gelukkig vangen ze bij  Stoke City  nieuwe buitenlandse spelers wel goed op, waardoor het iets makkelijker was om mij aan te passen. Doordat mijn ploeggenoten ook uit verschillende landen komen kunnen we ook bij elkaar terecht.”