Volleyball Leagues Association: op lange termijn levensvatbaar of niet?

Op 14 september richtten de Italiaanse, Franse, Duitse en Belgische volleyballiga de Volleyball Leagues Association op. Ondertussen is ook Polen officieel lid. De liga’s van de verschillende competities gaan samenwerken om zo als gesprekspartner op internationaal vlak aanvaard te worden.

Het clubvolleybal beschermen
“Dit initiatief is genomen omdat het economische model van het clubvolleybal in gevaar is.” Dat vertelt de kersverse voorzitter van de VLA, Philippe Boone. “Met dit project willen we onze belangen vertegenwoordigen bij de internationale federaties zoals de FIVB en het CEV. ”

Sporttechnisch coördinator van de Belgische volleybalbond, Geert De dobbeleer, staat sceptisch tegenover het project: “Ik vind het goed dat de liga’s met elkaar praten over de problemen en naar oplossingen zoeken, maar de FIVB vertegenwoordigt meer dan alleen landen waar clubcompetities zijn. Ook Afrika, Azië, Australië hebben er hun stem. De FIVB moet met alle landen rekening houden en daar moeten ze een evenwichtige balans in vinden. Ze erkent ook alleen maar de nationale federaties als gesprekspartner. Ik denk dat de FIVB zal zeggen dat de liga’s zich met hun bedenkingen moeten wenden tot de nationale bonden zodat die kunnen overleggen met de FIVB.”

Sponsorperikelen
Een van die bedenkingen is de kalenderkwestie van vorig seizoen. Vorig seizoen wilde de FIVB dat de clubcompetities op 15 april beëindigd zouden zijn. Dat wil zeggen dat de reguliere competitie in bijvoorbeeld België al in februari ten einde zou lopen. “Wat de FIVB daar vroeg was geen optie voor onze competities.” zegt Boone. “Leg maar eens aan de sponsors uit dat er twee maanden minder competitie is. Voor hen betekent dat twee maanden minder zichtbaarheid en dus zullen ze ook minder investeren.”

De Dobbeleer gaat niet akkoord met die stelling. “De kalender wordt door het FIVB geruime tijd op voorhand bekendgemaakt, vanaf dan kunnen de liga’s en nationale federaties overleggen over hoe ze die kalenders kunnen aanpassen, maar dat heeft geen effect op de sponsors. De grootste hinderpaal is dat je met een goed product naar buiten moet komen. Als je veel matchen hebt waar 200 man zit in plaats van 5000 man, dan haken de sponsors ook af. Als je ziet hoeveel Belgische toppers in het buitenland spelen, dan weet je genoeg. Onze competitie moet verbeteren en er moet meer volk naar de matchen komen kijken. Dat is een probleem van zowel de volleybalbond als de volleyballiga en daar willen wij graag voor samenwerken.”

België is geen alleenstaand geval
“Vorig jaar dachten we, als Belgische liga, dat wij de calimero’s waren in de hetze rond de kalenderaanpassing”, eindigt Boone. “Deze zomer hebben we in het kader van de VLA echter samengezeten met verschillende landen en toen bleek dat deze problemen niet alleen in België voorkwamen. De oprichting van de associatie is zeker geen sneer naar de volleybalbond toe. We willen op die manier aantonen dat we bereid zijn om samen met de bond te communiceren over betere afspraken.”